Wedstrijdgericht trainen

door Kitty - Startlijsten.nl
Wedstrijdgericht trainen

Sommige mensen rijden heel af en toe een wedstrijd, anderen gaan wekelijks of zelfs nog vaker op concours. Hoe vaak je ook wedstrijden rijdt, je zult naar een wedstrijd toe moeten trainen.
Het doel van deze training is het verhogen van het prestatievermogen van je paard en preventie van blessures. Enkele punten zijn hierbij van belang:

 

Warming up & cooling down

Elke training begint met een warming-up en wordt afgerond met een cooling-down. Dit zijn fasen aan het begin en het eind van de training en wedstrijd die beslist niet overgeslagen mogen worden.

Een warming-up bereidt het lichaam voor op de training. De lichaamstemperatuur gaat omhoog waardoor banden en pezen elastischer worden en minder snel geblesseerd raken. De verhoging van lichaamstemperatuur zorgt ook voor een betere zuurstofopname in het bloed en betere afgifte aan de spieren. De hoeveelheid zuurstof wordt nog eens vergroot doordat het aantal rode bloedcellen toeneemt. De milt brengt namelijk een grote hoeveelheid rode bloedcellen in de bloedbaan als een paard aan het werk wordt gezet. Hierdoor is er meer zuurstof beschikbaar die gebruikt wordt voor een volledige verbranding. Het paard zal sneller spierpijn krijgen wanneer een warming-up achterwege gelaten wordt. Er ontstaat eerder melkzuur omdat er minder zuurstof aanwezig is voor de te verrichten arbeid.

Na de training is het belangrijk dat er een geleidelijke overgang plaatsvindt van intensieve training naar rust. Gedurende deze cooling-down zal eventueel gevormd melkzuur alsnog worden verbrand met behulp van zuurstof.

Melkzuur ontstaat niet alleen door een slechte warming-up, maar ook tijdens zware arbeid. De zuurstofopname blijft op peil wanneer de hartslag tijdens de cooling-down tussen de 100 en 120 slagen per minuut blijft. Dit bereik je door een tijdje rustig uit te draven en vervolgens te gaan stappen. De cooling-down stelt het paard in staat om overtollig warmte kwijt te raken door verdamping van zweet. Hierbij moet voorkomen worden dat het paard het koud krijgt.

 

Herstelperiode

Tijdens de training werk je naar een zekere vermoeidheid toe die het lichaam prikkelt. Hoeveel die vermoeidheid is, is lastig te bepalen en vraagt om ervaring en oplettendheid van de ruiter. Een teken van het ontstaan van vermoeidheid is onder andere het slechter reageren op de hulpen. Het lastige is wel, dat niet ieder paard hetzelfde reageert op vermoeidheid. De reactie is afhankelijk van het karakter van het paard en het trainingsniveau. Dit betekent dat je als ruiter je paard goed moet kennen onder diverse omstandigheden zodat je beter kunt bepalen wanneer hij vermoeid raakt.

Het resultaat van een training is dat het lichaam geprikkeld wordt om zich te herstellen en om zich te verbeteren ten opzichte van de situatie vóór een training.

Deze verbetering vindt alleen plaats als er voldoende hersteltijd zit tussen twee trainingen. Met hersteltijd wordt geen boxrust bedoeld, maar een aangepaste training. Een jong paard kan als hersteltraining een dag weidegang krijgen. Voor een paard dat hoog in de sport loopt bestaat de hersteltraining uit een lichte training onder het zadel.

Gedurende deze ‘herstelperiode’ wordt het lichaam sterker. Als deze hersteldagen niet ingelast worden, vindt er geen herstel en verbetering plaats. Hierdoor zal ook geen vooruitgang in het prestatievermogen plaatsvinden en kan een paard zelfs overtraind raken. Een kenmerk van een paard dat onvoldoende is hersteld, is dat het bijvoorbeeld lang los gereden moet worden om de stijfheid van de vorige training op te lossen.

 

Trainingsfasen

De duur en intensiteit van de training lopen parallel aan het gevraagde prestatieniveau op een wedstrijd. Er moet hierbij wel rekening gehouden worden met het verschillende tempo van de diverse onderdelen die een prestatie mogelijk maken. Om een paard klaar te maken voor een wedstrijd moet er geleidelijk en gerichte opbouw plaatsvinden tot het einddoel.

Hiervoor deel je de trainingsperiode op in fasen. Allereerst bepaal je het doel waar je over een jaar met je paard wilt staan. Vervolgens deel je het jaar op in vier perioden van drie maanden. Dit is de tijd die spieren nodig hebben zich aan te passen aan een verhoging van arbeidsduur en arbeidsintensiteit. Daarbij is het verstandig om je aandacht op één facet tegelijk te richten en daarmee je trainingschema in te vullen. Vervolgens maak je een plan dat je iedere week volgt om het gestelde doel te bereiken.

 

Tips en aandachtspunten

  • Een goede warming-up zorgt dat banden en pezen elastischer worden, waardoor blessures voorkomen worden.
  • Tijdens de cooling-down wordt eventueel melkzuur verbrand, waardoor de kans of spierpijn en stijfheid vermindert.
  • Voorkom dat je paard tijdens de cooling-down verkleumt.
  • Train een dag voor de wedstrijd niet zwaarder dan op een hersteldag. Hierdoor zorg je ervoor dat een paard goed herstelt en verbeterd is op de dag van de wedstrijd.
  • Benader het probleem van een vervelend, lastig of stijf paard dat elke dag moeilijk los te rijden is niet altijd als een rijtechnisch probleem. Kijk ook naar hersteltijd tussen twee trainingen, de arbeidintensiteit en arbeidsduur.
  • Maak kennis met trainingsmethoden van andere disciplines die van dienst kunnen zijn om het prestatievermogen van je paard te verbeteren.
  • Train gevarieerd. Hiermee worden spieren extra geprikkeld om zich te verbeteren. Bovendien zorgt het ervoor dat paard en ruiter mentaal ‘fris’ blijven.
  • Maak een trainingsplan. Stel jezelf een doel dat je in een jaar wilt bereiken. Verdeel je trainingsplan in vier etappes van drie maanden en deel het vervolgens op in een weekplanning.

Ook interessant

Reacties

Reageren

Je mag nog 500 tekens gebruiken.

Er zijn nog geen reacties.

Chat