Het rijden van wedstrijden (algemeen)

Het rijden van wedstrijden (algemeen)

We krijgen veel vragen over het rijden van wedstrijden. We hebben een artikelenreeks opgezet met alle informatie over het starten met wedstrijden.

Waar moet je allemaal aan denken voor en tijdens wedstrijden?

Voor het rijden van je eerste wedstrijd zijn er enkele dingen die je voor elkaar moet hebben.

  • Je moet een startpas hebben en
    1. lid zijn van een bij de KNHS (Koninklijke Nederlandse Hippische Sportbond) aangesloten vereniging.
    2. lid zijn van de KNHS
    3. lidmaatschap hebben van het verenigingsblad ‘Paard en Sport’.
  • Het paard/de pony moet ingeënt zijn. Dit houdt in een basisvaccinatie die in het paspoort staat, evenals de jaarlijkse herhalingsentingen die uiterlijk 1 dag voor de enting van het jaar ervoor gegeven wordt.
  • Het paard/de pony dient gechipt te zijn. Dit gebeurt veelal enkele weken na de geboorte van het paard, maar kan ook op latere leeftijd geschieden.
  • Pony’s moeten tot hun achtste jaar gemeten worden (tussen 1 januari en 1 april) en dit moet in het paspoort vermeld worden. Wanneer niet gemeten kan worden binnen die periode, zal de pony voor de eerste start gemeten moeten worden.

Op de wedstrijddag dien je aan officiële documenten bij je te hebben:

  • Paspoort met inentingsgegeven.
  • Startkaart voorzien van handtekening.

 Lees ook de andere artikelen in de categorie Wedstrijd Rijden.

Ook interessant

  • F-Proeven (FNRS)

    F-Proeven (FNRS)

    F-dressuurproeven voor manegeruiters waarbij jij als ruiter wordt beoordeeld door speciale FNRS juryleden.

  • Zoals een goed huisvader betaamt

    Zoals een goed huisvader betaamt

    Piet heeft tien merries die hij graag wil laten dekken. Henk beschikt over een haflingerdekhengst genaamd Mischa. Henk en Piet sluiten samen een overeenkomst inhoudende dat Mischa vier maanden bij Piet zal verblijven tegen een prijs van €600,-- zodat hij de merries van Piet kan dekken. Na twee maanden ontvangt Henk een telefoontje van Piet dat Mischa ernstige verwondingen heeft.

  • Dressuurtraining: overgangen

    Dressuurtraining: overgangen

    Overgangen kun je zien als de bouwstenen van de dressuur. Door veel overgangen te rijden van het ene naar het andere tempo en binnen een bepaald tempo, leert het paard om te luisteren naar je hulpen, verbeteren zijn reactievermogen en balans en helpt het je paard meer soepel te maken.

  • Dressuur: Losgelassenheit

    Dressuur: Losgelassenheit

    Losgelassenheit staat voor losheid, souplesse en ontspanning. Op elk moment van de training moet het mogelijk zijn direct terug te gaan naar de ontspanning, zowel lichamelijk als geestelijk. Alvorens het paard tijdens de training aan het werk te zetten, moet het eerst goed losgereden worden. Hierbij worden spieren, pezen, banden en gewrichten van het paard verwarmd en losgemaakt. Door de tijd te nemen goed los te rijden, verklein je het risico op blessures bij je paard.

  • Opleiders en instituten

    Opleiders en instituten

Chat