De komende periode willen we wekelijks een uitgebreid trainingsartikel plaatsen over onderdelen in de dressuurtraining. De eerste uit deze serie gaat over het rijden van overgangen. Overgangen kun je zien als de bouwstenen van de dressuur. Door veel overgangen te rijden van het ene naar het andere tempo en binnen een bepaald tempo, leert het paard om te luisteren naar je hulpen, verbeteren zijn reactievermogen en balans en helpt het je paard meer soepel te maken.
Door het rijden van goede overgangen maak je het paard sterker in zijn achterhand. Hij zal meer gaan dragen en overgangen zorgen ervoor dat het paard gehoorzaam is en balans heeft.
Een belangrijk onderdeel van alle overgangen is de halve ophouding. Deze wordt gebruikt om de aandacht van het paard te krijgen en om hem aan te geven dat er iets gaat gebeuren: verandering van tempo, een volte, een zijgang, etc. Als een halve ophouding goed gebruikt wordt, helpt het hem ook zijn balans te houden.
De halve ophouding maak je door je paard met je onderbeen tegen een licht tegenhoudende hand aan te rijden. Bij een teveel tegenhoudende hand, blokkeer je de voorwaartse beweging van de achterbenen. Het licht tegenhoudende teugelcontact is alleen een tijdelijke druk die wordt uitgeoefend op het contact om het paard te vertellen te wachten. Sluit daarna het onderbeen nog een keer, maar laat je paard weer voorwaarts gaan door je hand iets te openen.
Een goed gereden overgang terug verkort het paard in zijn frame en laat hem zijn gewicht naar zijn achterhand verplaatsen. De heupen zijn verlaagd waardoor het evenwicht van het paard meer bergopwaarts gaat en de voorhand lichter wordt. Dus in plaats van in elkaar te duiken, gaat het paard soepel van het ene naar het andere tempo, met behoud van ritme en balans.
Stap 1: Maak je lang in het diepste deel van je zadel. Strek je benen naar beneden (dus niet naar voren!) en sluit ze rond de buik van je paard. Hierdoor brengt het paard zijn achterhand meer onder zich.
Stap 2: Sluit je hand rond de teugels zonder te trekken. Zodra het paard de overgang terug maakt, open je je hand weer zodat het paard voorwaarts kan blijven bewegen.
Een overgang terug moet soepel aanvoelen en het paard moet licht in de hand blijven. Ondanks dat het een overgang van een sneller naar een langzamer tempo is, moet er voldoende activiteit in de achterhand blijven.
Net als bij de overgang terug, moet de voorwaartse overgang bergopwaarts en in balans gereden worden. De overgang moet scherp, maar niet gehaast zijn.
Stap 1: Blijf soepel zitten in het ritme van het tempo. Verhoog de beendruk iets om het paard aan te moedigen voorwaarts te gaan.
Stap 2: De teugelhulp vertelt het paard dat het nog geen tijd is om te vertrekken. Als je voelt dat de energie onder je door de beendruk toeneemt, open je je hand zodat het paard de voorwaartse overgang energiek kan maken. Voorkom met de buitenteugel het wegvallen over de schouder tijdens de overgang.
Let op dat het ritme en het tempo tijdens de overgang hetzelfde blijven.
Bij een goede voorwaartse overgang voel je de rug van het paard iets omhoog komen terwijl hij zichzelf met zijn achterbenen goed onder het lichaam naar voren duwt.
Wanneer het paard niet actief genoeg is, kan het paard zich alleen naar voren duwen in plaats van zichzelf dragen tijdens de overgang.
Jonge paarden hebben soms tijdens een draf-galop overgang de neiging te gaan rennen. Let er dus bij jonge paarden goed op ritme te houden en maak een duidelijke halve ophouding voor het rijden van de overgang.
Een ander probleem bij de voorwaartse overgang ontstaat wanneer de ruiter naar voren kantelt. Dit gebeurt meestal in de overgang van draf naar galop. Hierdoor raakt het paard uit balans op zijn voorhand waardoor de overgang óf slordig is, óf zelfs helemaal niet gebeurt. Voordat je om galop vraagt, ga je goed rechtop zitten met je gewicht op je zitbeenknobbels. Houd je benen goed lang en onder je en aan het paard zonder te klemmen. Kijk goed voor je uit tijdens het aanspringen.
Stap 1: rijd een actieve arbeidsdraf op een volte van 18 meter.
Rijd de volte op de binnenhoefslag, kijk naar het midden van de volte en houd je paard licht gebogen om je binnenbeen. Begrens de schouder met je buitenteugel.
Stap 2: rijd een overgang terug naar stap terwijl je (op de volte) richting de wand rijdt. Je paard zal zijn achterhand hierbij onder zich brengen.
Stap 3: maak na enkele stappassen een overgang naar de arbeidsdraf.
Stap 4: rijd een aantal keer op dezelfde plek een draf-stap-draf overgang.
Stap 5: vraag je paard op dezelfde volte, op dezelfde plek een paar passen zijn passen te verlengen in een middendraf in plaats van de draf-stap-draf overgang. Ook deze tempowisseling rijd je een paar keer.
Merk je dat hij zijn balans op welk moment dan ook verliest en op de voorhand valt, doe dan weer de draf-stap-draf overgangen.
Stap 6: als vervolg kun je de oefening op de volte ook met galop-draf-galop- of galop-stap-galop-overgangen doen en met een arbeids- (over verzamelde) galop-midden- (of uitgestrekte) galop-arbeids- (of verzamelde) galop, afhankelijk van rij- en africhtingsniveau.
Gebruik bovenstaande tips niet alleen om hogere punten op je dressuurprotocol te krijgen, maar maak veel gebruik van overgangen tijdens elke training om de algehele beweging en reacties van je paard te verbeteren.
Heb je nog aanvullingen of weet je nog andere oefeningen om de overgangen te verbeteren? Of wil je graag je ervaringen met ons delen? Deel je reactie in het opmerkingenveld hieronder!
Hoe vlecht jij je paard in? Heb je het wel eens met naald en draad geprobeerd? Ik vind die roosjes wel erg mooi staan. Het stappenplan om je paard met naald en draad in te vlechten vind je hier op Startlijsten.nl.
Ken je dat? Je geeft been en je paard reageert niet zoals jij wilt; hij reageert veel te traag of zwiept eens met zijn staart terwijl hij zijn tempo iets versnelt. Je paard is dan niet voor het been. Aan het eind van de training ben je zelf buiten adem en je paard staat er nog fit bij.
Dit kun je beter niet tegen je hoefsmid zeggen
Tijdens dressuurproeven worden diverse rijbaanfiguren gereden. Deze figuren hebben onder andere tot doel het soepel maken van het paard.
Twee vakantiehuizen in het bos van Norg! Schitterende omgeving en veel privacy. Maximaal 6+7 = 13 personen! | boshuisjesnorg.nl
Koud in Nederland? Ga op vakantie naar Curaçao! Luxe vakantie met 4 of 8 personen? Kies uit 5 verblijven!
Hippisch Centrum Exloo
Essen (DLD)
HJC Manege